Afwisseling
Het is belangrijk om regelmatig je benen met elkaar af te wisselen. Dit kan variëren van 3 tot 12 passen, afhankelijk van je eigen uithoudingsvermogen en de tijd die je al bezig bent. De wedstrijd stepper wisselt gemiddeld na 3 of 4 passen af, maar in de langzamere bocht zie je vaak een lager tempo qua afwisseling. Dan komt het neer op gemiddeld 8 tot 10 en soms zelfs nog meer dan dat.
Al denk je dit misschien wel, het been waarmee je afzet is niet het been dat ook de meeste energie verbruikt, dit is het been waarmee je op de plank staat. Zorg er goed voor dat beide benen dus niet verzuren zodat er genoeg energie overblijft in beide benen om goed te kunnen blijven steppen.
Verschillen in technieken.
Bij het klimmen dien je andere technieken te gebruiken dan wanneer je aan het afdalen bent, je dient een andere houding en techniek te gebruiken om in alle situaties veilig door te komen.
Klimmen
- Bij het klimmen is er sprake van de korte zwaai en een hoog beenritme, en vergeet niet naar achteren af te zetten. Iemand die goed is in het klimmen is meteen te herkennen aan een rechte houding. Ga dus niet voorovergebogen over het stuur staan, maar met een rechte rug en een relaxte houding. En kijk vooruit, nooit daar beneden!
Afdalen.
- Afdalen, daar moet je echt in gespecialiseerd zijn wil je dit echt goed kunnen. Het ziet er misschien makkelijk uit, maar dat is het zeker niet. In wedstrijden zie je de deelnemers vaak in bijna zithouding naar beneden komen met en bloedvaart. En dit ziet er indrukwekkend uit. Let dus op een lagere houding voor meer snelheid. Let wel op wat voor een soort step je gebruikt, des te groter de wielen van de step des te sneller de afdaling gaat. Wanneer je hier geen rekening mee houdt is de kans op vallen veel groter.
Zet beide voeten achter elkaar op de plank van de step, zorg dat de knieën in een rechte lijn staan, pak het stuur goed vast en laat het gewicht zo veel mogelijk op het voorwiel rusten. Ook moeten de armen zich zo dicht mogelijk bij het lichaam bevinden.
Vlak gebied.
- Vlak gebied is uiteraard het meest eenvoudig, hanteer een lange afzet, een grote zwaai met het been, en vervolgens hanteer je een kortere afzet gevolgd door een kortere zwaai. Hierbij is er eigenlijk niet heel veel wat er mis kan gaan.
De hoogte van de plank.
Tot slot, controleer altijd even goed de hoogte van de plank en kijk wat het beste bij jou past. Wanneer je een beginner bent dan moet je dit uiteraard nog ontdekken en dan kun je lekker experimenteren met verschillende hoogtes en verschillende soorten steppen. De meest ideale hoogte is zo laag mogelijk, zonder dat deze te vaak het wegdek raakt. Wanneer je een step hebt met grotere wielen dan geldt: hoe lager de plank, hoe minder hoog je het eigen gewicht hoeft te tillen.